post

De Galgenbaard spreekt

Ik weet niet wanneer jullie dit lezen, maar ik weet wel hoe jullie je voelden op 3 februari, beroerd.

Ik ben, in de 18 jaar dat ik in de Galgenwaard rondzwerf, nog nooit echt boos geweest na een pot voetbal van ons cluppie. Natuurlijk wel eens tijdens een wedstrijd, ook nog wel eens onderweg naar de auto, maar daarna kon ik altijd vrij snel mijn schouders ophalen en stiekem genieten van de emoties die dat stomme spelletje weer bij me hadden losgemaakt. Zoals je als kind doodsbang in een achtbaan kan zitten en zodra hij gestopt is, meteen nog een keer aansluit in de rij voor nog een ritje.

Maar zondag 3 februari was het anders. Ik kon helaas niet mee naar Zwolle om de wedstrijd te bezoeken, dit vanwege verplichtingen ’s ochtends , maar “gelukkig” wist ik alles zo te plannen dat ik de wedstrijd wel op TV kon kijken.

Dat heb ik geweten.

Ik hoef de wedstrijd niet te bespreken, want die hebben jullie allemaal ook nog wel op het netvlies. Prachtgoals van Gustafson, Letschert maar vooral Bahébeck, en natuurlijk die glansrol voor Kuipers en zijn VAR-assistenten.

Nog even buiten het feit om dat je een 3-1 voorsprong nooit uit handen mag geven. Nog even buiten het feit of de pingel en de rode kaart terecht of onterecht waren. De manier waarop het ging maakte me ziedend. Zelfs zo erg dat ik na de pot, voor het eerst in mijn leven als supporter, naar buiten moest, even een rondje lopen, gewoon om stoom af te blazen. Alleen al zodat mijn gezin er geen last van zou hebben.

Ik ben echt helemaal klaar met de VAR zoals ie sinds dit seizoen gehanteerd wordt. De ogenschijnlijk volstrekte willekeur waarmee de ene overtreding wel gedubbelcheckt wordt en de andere niet. Het gegeven dat, wanneer je als fluit eerst gedecideerd een vrije trap geeft, maar vervolgens niet het fatsoen hebt om even te gaan kijken of, wat er in je oortje wordt geroepen, ook de juiste constatering is.

Terwijl op een veld verder een top 2-speler een foei en een lichtgele kaart krijgt na een doodschop van achter, krijg je het gevoel dat, vanaf de subtop naar beneden, elke onfortuinlijke situatie op 6 schermen in slowmotion wordt afgepeld op zoek naar die ene nop die een enkel zou hebben geaaid.

Maar waar ik nog het meest klaar mee ben, is dat het in mij ogen de beleving in het stadion langzaam kapot maakt. Minutenlang kijk je naar een scheids met een vingertje aan zijn oor, minuten die je nooit terugziet in de extra speeltijd. Na een goal durf je amper nog te juichen, uit angst dat ze in de bouwkeet in Zeist hebben gezien dat de spits in kwestie toch op een ongeoorloofde wijze zijn veters verkeerd om zou hebben gestrikt.

Alles draait om TV. Om “de magie van Live”.. En terwijl de echte magie van Live juist altijd in het stadion te vinden was, wordt de tribune steeds meer en meer een wachtkamer waar we maar moeten raden waar de fluitist naar aan het luisteren of kijken is.

De VAR zou alles eerlijker maken. De VAR zou het aantal discussies achteraf verminderen. Nou, dank je de koekoek. Zolang er niet in alle stadions evenveel camera’s aanwezig zijn is het niet eerlijker. De ene club speelt dan namelijk beduidend meer “eerlijke” wedstrijden dan de andere. Ook blijkt dat voetbal, in tegenstelling tot veel andere sporten, barst van de regels die aankomen op “interpretatie”.. prima, maar laat de VAR zich daar dan in ieder geval niet mee bemoeien, interpreteren kunnen de heren fluitspelers zelf ook prima. Deze regels leiden nu dan ook vooral tot juist meer discussie achteraf. Een scheidsrechter kan wat missen. Van achter 23 schermen voelt dat toch wel erg naar.

Dus eigenlijk is mijn boodschap.

Voetbal wordt gespeeld voor supporters in een stadion. Film het vooral zodat mensen het thuis ook kunnen volgen. Maar jaag de echte supporters niet het stadion uit. Want naar een tv-uitzending met lege tribunes kijkt sowieso geen hond.

Neem stap 1.

STOP de VAR.

Ik ben er echt helemaal klaar mee.